Verwachtingen bij een hondenras
Labradors zijn makkelijke honden die je niet hoeft op te voeden… toch?
Ze wilden een Labrador. Dat zou dé ideale kindervriend zijn: makkelijk in de omgang, sociaalvaardig, vrolijk en vriendelijk. Ze waren ervan overtuigd dat de opvoeding een fluitje van een cent zou zijn. Deze honden zijn toch geleidehonden, hulphonden, bekend om hun lieve karakter… hoe moeilijk kan het zijn?
Toch zag ik al snel barstjes in het prille geluk. Het hondje gedroeg zich niet zoals men had verwacht: het sprong, het hapte en had weinig aandacht. Dan ga je verder doorvragen om te ontdekken waar precies de schoen wringt.
Het bleek dat er in het gezin te veel kapiteins op één schip waren. Iedereen deed zijn eigen ding, er werd te veel toegestaan en men dacht dat het allemaal wel mee zou vallen – dat het vanzelf goed zou komen. Immers, een Labrador is toch een makkelijke hond?
Maar ondertussen werd het gedrag van het hondje steeds dwingender, en groeide bij ons als instructeurs ook de frustratie. Het heeft echt een paar duidelijke gesprekken en extra begeleiding gekost om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Uiteindelijk begreep het gezin dat ook ‘makkelijke’ honden duidelijke begeleiding nodig hebben en dat een consequente, geduldige opvoeding voor élke hond geldt, ongeacht het ras. Hooguit vraagt het ene ras wat meer geduld en doorzettingsvermogen dan het andere.